🔹Medeplichtigheid en medeplegen

  1. Als medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft:

    1. zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;

    2. zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf;

    3. zij die opzettelijk het misdrijf bevorderen of makkelijker maken.

  2. Er is sprake van medeplichtigheid als de verdachte behulpzaam is geweest bij het plegen van het strafbare feit van een ander persoon. Bij medeplichtigheid is de rol van de medeplichtige duidelijk kleiner dan de rol van de hoofdverdachte.

  3. Bij medeplichtigheid aan een strafbaar feit wordt de straf met 30% verminderd.

  4. Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:

  5. zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;

  6. zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.

  7. Er is sprake van medeplegen indien twee of meer personen gezamenlijk een strafbaar feit plegen, waarbij er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking. Het draait hierbij voornamelijk om een samenwerking.

  8. Daders en medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft volgens de strafbepaling van het desbetreffende artikel.

  9. Indien er onduidelijkheid is over medeplegen of medeplichtigheid tijdens een strafzaak dan kan een Hulpofficier van Justitie, Officier van Justitie of in uiterste gevallen een rechter hierover een eindoordeel vellen.

Laatst bijgewerkt