🔹Artikel VII-2 Vormfouten

  1. De (hulp-)Officier van justitie en de rechter kan/kunnen, indien blijkt dat bij het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld en de rechtsgevolgen hiervan niet uit de wet blijken, bepalen dat:

  2. de hoogte van de straf in verhouding tot de ernst van het verzuim, zal worden verlaagd, indien het door het verzuim veroorzaakte nadeel langs deze weg kan worden gecompenseerd;

  3. de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen bijdragen aan het bewijs van het tenlastegelegde feit;

  4. de verdachte uitgesloten is van rechtsvervolging;

  5. De in lid 4 toegepaste sanctie kan enkel worden gebruikt indien door het verzuim geen sprake kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een behoorlijke procesorde voldoet.

  6. Bij de toepassing van de sancties in lid 2, 3 en 4 dient rekening gehouden te worden met het Schutznorm-beginsel

  7. Met onherstelbaar vormverzuim wordt onder andere bedoeld:

    1. een vooringenomen, sturende, druk uitoefende manier van verhoren;

    2. wanneer ontlastende informatie wordt verzwegen, en/of bewijsmateriaal wordt vernietigd;

    3. het tappen van een met geheimhoudingsplicht bezwaarde professional, zoals arts, notaris, geestelijke, apotheker, advocaat;

    4. het voeren van een meinedig proces-verbaal zijnde tegenstrijdigheid met andere processen-verbaal, camerabeelden, geluidsopnamen;

    5. inbreuk op het recht van een verdachte op aanwezigheid van een advocaat tijdens een huiszoeking (en andere rechten van een verdachte), ook wel een verdedigingsrecht genoemd, bestaat er voor de (hulp-)Officier van justitie en de rechter een mogelijkheid om de inbreuk te herstellen.

Laatst bijgewerkt